vanille

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vanille    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɑ'nijə/, ook uitgesproken als /vaː'nijə/ (met een lange a), /vaː'niljə/ (met een l-klank) en in Vlaanderen als /vaː'nilə/.
Woordafbreking
  • va·nil·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘specerij’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vanille vanilles
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vanille v/m

  1. (voeding) (specerij) een smaak- en geurstof geëxtraheerd van de vanilleplant
    • Dit roomijs smaakt naar vanille. 
  1. (plantkunde) Vanilla planifolia tropische klimplant
Afgeleide begrippen
  • vanille-essence
  • vanille-extract
  • vanille-ijs
  • vanille-insect
  • vanilleachtig
  • vanillebiscuit
  • vanillebloem
  • vanillebloesem
  • vanilleboom
  • vanillecreme
  • vanillecultuur
  • vanillegebak
  • vanillegeur
  • vanilleglazuur
  • vanillehauw
  • vanillekamfer
  • vanillekwekerij
  • vanillelesbo
  • vanillelikeur
  • vanillemelk
  • vanillemerg
  • vanillemilkshake
  • vanillemousse
  • vanillenoot
  • vanilleolie
  • vanillepeul
  • vanilleplant
  • vanilleplantage
  • vanilleplanter
  • vanillepoeder
  • vanillepudding
  • vanillerijst
  • vanilleroom
  • vanillesaus
  • vanilleschuim
  • vanilleseks
  • vanillesmaak
  • vanillesoort
  • vanillestang
  • vanillesterretje
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vanille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.