vakbeurs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vakbeurs    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɑɡbørs/
Woordafbreking
  • vak·beurs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakbeurs vakbeurzen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vakbeurs m/v

  1. evenement waar een groot aantal producenten uit een bepaalde bedrijfstak hun producten aan belangstellenden laten zien
    • In het congrescentrum vindt de vierdaagse BedrijfsautoRAI plaats, een vakbeurs voor de transportsector. [1]
Synoniemen
  • handelsbeurs

Gangbaarheid

  • Het woord vakbeurs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.