vaginaal
Nederlands
Woordafbreking
- va·gi·naal
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘m.b.t. de schede’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van vagina met het achtervoegsel -aal [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | vaginaal |
verbogen | vaginale |
partitief | vaginaals |
Gangbaarheid
- Het woord vaginaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vaginaal' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.