urinetest
Nederlands
![](../I/m/Urine_Quicktest.jpg)
Eenvoudige sticks voor urinetesten
Woordafbreking
- uri·ne·test
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van urine en test
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | urinetest | urinetesten |
verkleinwoord | urinetestje | urinetestjes |
Zelfstandig naamwoord
urinetest m
- urineonderzoek om te kijken of iemand een ziekte onder de leden heeft, bepaalde (verboden) drugs heeft gebruikt, of zwanger is
- Er hangt de wereldkampioen nu een schorsing boven het hoofd omdat hij bij een urinetest in september positief is bevonden op de stof benzoylecgonine, een residu van cocaïne. Daarvoor worden bij hem sporen van het verboden middel nandrolon aangetroffen.[1]
- De urinetest is positief dus de vrouw weet dat ze zwanger is.
- De urinetest wees op een blaasontsteking.
Verwante begrippen
- dopingtest
Gangbaarheid
- Het woord urinetest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'urinetest' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Harry Meijer 5 oktober 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.