update
Nederlands
Woordafbreking
- up·date
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | update | updates |
verkleinwoord | updateje | updatejes |
Zelfstandig naamwoord
update m
- een vernieuwde, verbeterde versie
- Updates maakten de huidige LHC steeds een beetje sterker. Op termijn loopt men met de huidige versneller echter tegen een grens op. De FCC zal door zijn grotere formaat deeltjes met grofweg tienmaal meer energie op elkaar kunnen schieten dan het maximum van de LHC. [1]
- (informatica) een gemoderniseerde versie van een computerprogramma
- Er is een update voor dit programma beschikbaar. Wilt u deze nu downloaden?
Vertalingen
1. een gemoderniseerde versie van een computerprogramma
Werkwoord
vervoeging van |
---|
updaten |
update
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van updaten
- Ik update.
- gebiedende wijs van updaten
- Update!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van updaten
- Update je?
- aanvoegende wijs van updaten
Gangbaarheid
- Het woord update staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'update' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Volkskrant George van Hal 21 januari 2019 Cern onthult plannen voor nieuwe megaversneller van 100 kilometer
Engels
Zelfstandig naamwoord
update
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to update |
he/she/it | updates |
verleden tijd | updated |
voltooid deelwoord |
updated |
onvoltooid deelwoord |
updating |
gebiedende wijs | update |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.