uitzetting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uitĀ·zetĀ·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van uitzetten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord uitzetting uitzettingen
verkleinwoord uitzettinkje uitzettinkjes

Zelfstandig naamwoord

uitzetting v

  1. (natuurkunde) de toename in volume bij verhoging van de temperatuur
    • Bij het opwarmen van het toestel zijn soms uitzettinkjes te horen. 
  1. (biologie), (milieukunde) het weer in de vrije wildbaan brengen van dieren
    • Uitzettingen van korhoenders hebben weinig zin als het milieu van het gebied niet hersteld wordt. 
  1. (juridisch), (politiek) het gedwongen verwijderen van personen uit een gebouw of een land
    • Bij deze strenge vorst zijn uitzettingen ronduit wreed. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitzetting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.