uitwaaien
Nederlands
Woordafbreking
- uit·waai·en
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en waaien [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitwaaien |
waaide uit woei uit |
uitgewaaid |
klasse 6
zwak -d |
volledig |
Werkwoord
uitwaaien [2]
- onovergankelijk door de wind gedoofd worden
- onovergankelijk zich in de wind ontplooien
- onovergankelijk zich opfrissen door in de wind lopen
- overgankelijk door waaien doven
Gangbaarheid
- Het woord uitwaaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitwaaien' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.