uittocht
Nederlands
Woordafbreking
- uit·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en tocht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uittocht | uittochten |
verkleinwoord | uittochtje | uittochtjes |
Zelfstandig naamwoord
uittocht m
- het massaal verlaten van een bepaalde locatie of organisatie
- De ontkerkelijking leidde vanaf de jaren zestig tot een ware uittocht uit de kerken van Europa.
Gangbaarheid
- Het woord uittocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uittocht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.