uittocht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uittocht uittochten
verkleinwoord uittochtje uittochtjes

Zelfstandig naamwoord

uittocht m

  1. het massaal verlaten van een bepaalde locatie of organisatie
    • De ontkerkelijking leidde vanaf de jaren zestig tot een ware uittocht uit de kerken van Europa. 

Gangbaarheid

  • Het woord uittocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.