uitstralen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·stra·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en stralen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitstralen |
straalde uit |
uitgestraald |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitstralen [1]
- overgankelijk energie of materie (straalsgewijs) verspreiden
- overgankelijk (figuurlijk) op duidelijke wijze tonen
- hij straalde zelfvertrouwen uit
Gangbaarheid
- Het woord uitstralen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitstralen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.