uitjouwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·jou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitjouwen
jouwde uit
uitgejouwd
zwak -d volledig

Werkwoord

uitjouwen

  1. overgankelijk honend toeroepen
    • De toneelspeler werd door het publiek uitgejouwd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitjouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.