uitgeteerd
Nederlands
![](../I/m/Diseases_of_infancy_and_childhood_(1914)_(14585328628).jpg)
een uitgeteerd overleden kind
Woordafbreking
- uit·ge·teerd
Woordherkomst en -opbouw
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van uitteren: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van uit bw en geteerd ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | uitgeteerd | uitgeteerder | uitgeteerdst |
verbogen | uitgeteerde | uitgeteerdere | uitgeteerdste |
partitief | uitgeteerds | uitgeteerders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
uitgeteerd
- door ziekte of gebrek heel erg vermagerd en verzwakt
- Hij stapt op en pakt een hoopje leven van de achterbank. Een uitgeteerd mensje dat zijn hoofd zelfs niet recht kan houden. Let’s go inside, baby, zegt hij en hij draagt zijn zoon naar binnen. Niet langer dan vier minuten duurt het verhaal, maar er is geen stukje tv dat dieper snijdt.[1]
- Na de operatie duurt het vaak minstens een jaar voor de eerste klachten opspelen. Van Ingen: ,,De patiënten krijgen koorts, verliezen gewicht, zweten veel, zijn enorm moe, verliezen hun conditie; het is een langzaam slopende ziekte die je kunt vergelijken met tuberculose. Als hij niet wordt behandeld, raak je langzaam uitgeteerd."[2]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- uitgeteerdheid
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uitgeteerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- de Standaard 29 SEPTEMBER 2017
- Tubantia Hanneke van Houwelingen 28-JULI-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.