uitgeprocedeerd
Nederlands
Woordafbreking
- uit·ge·pro·ce·deerd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiding van uit (bijwoord) en procederen (werkwoord) met met het omvoegsel ge- -d dat een voltooid deelwoord vormt
stellend | |
---|---|
onverbogen | uitgeprocedeerd |
verbogen | uitgeprocedeerde |
partitief | uitgeprocedeerds |
Bijvoeglijk naamwoord
uitgeprocedeerd
- van wie alle mogelijke rechtszaken afgewikkeld, afgehandeld zijn
- De uitgeprocedeerde asielzoeker vreesde voor uitzetting.
Gangbaarheid
- Het woord uitgeprocedeerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.