uiterwaard

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ui·ter·waard
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘buitendijks rivierland’ voor het eerst aangetroffen in 1483 [1]
  • samenstelling van  uit   en  waard   met het invoegsel -er- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord uiterwaard uiterwaarden
verkleinwoord uiterwaardje uiterwaardjes

Zelfstandig naamwoord

uiterwaard v/m

  1. het overloopgebied tussen een winterdijk en het zomerbed langs een beek of rivier
    • . Hij zou dan het uitzicht op de uiterwaarden van de IJssel behouden. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord uiterwaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.