uiteen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·een
Bijwoord
bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- uit elkaar, vaneen
- uiteengaan: na de demonstratie ging de hele menigte vredig uiteen.
Afgeleide begrippen
- uiteendrijven, uiteengaan, uiteenlopen, uiteenlopend, uiteennemen, uiteenrafelen, uiteenrijten, uiteenslaan, uiteenspatten, uiteenvallen, uiteenzetten
Gangbaarheid
- Het woord uiteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uiteen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.