uitbesteden
Nederlands
Woordafbreking
- uit·be·ste·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en besteden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitbesteden |
besteedde uit |
uitbesteed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitbesteden
- iets niet zelf doen maar het door een ander laten doen
- De puber had het opruimen van haar kamer uitbesteed aan haar moeder.
- Het kleine bedrijf had zijn administratie uitbesteed aan een administratiebedrijf die deze procedure outsourcing noemde.
Gangbaarheid
- Het woord uitbesteden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitbesteden' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.