uitbesteden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·be·ste·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitbesteden
besteedde uit
uitbesteed
zwak -d volledig

Werkwoord

uitbesteden

  1. iets niet zelf doen maar het door een ander laten doen
    • De puber had het opruimen van haar kamer uitbesteed aan haar moeder. 
    • Het kleine bedrijf had zijn administratie uitbesteed aan een administratiebedrijf die deze procedure outsourcing noemde. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord uitbesteden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.