turfhok

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • turf·hok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord turfhok turfhokken
verkleinwoord turfhokje turfhokjes

Zelfstandig naamwoord

turfhok [1]

  1. donkere, oncomfortabele ruimte waarin turf werd bewaard
    • Eigenlijk zou het concert dan plaats moeten hebben in het turfhok van de toen geheten Bakhuisschool (nu de Fontein), want uiteindelijk begonnen daar de eerste repetities van SDG. Dat was in 1930. [2] 
    • Hij volgde haar de kamer weer in, liep door naar de keuken en haalde de jenever uit het turfhok. „Wil je een borrel?” [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'turfhok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.