tuinstoel
Nederlands
tuinstoel
Woordafbreking
- tuin·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tuin en stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuinstoel | tuinstoelen |
verkleinwoord | tuinstoeltje | tuinstoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
tuinstoel m
- een weersbestendige stoel, vaak van plastic, metaal of teakhout, die men in de tuin kan gebruiken.
- Tijdens de zomervakantie zitten we vaak in comfortabele tuinstoelen te genieten in de tuin van het mooie weer.
Gangbaarheid
- Het woord tuinstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tuinstoel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.