tuinstoel

Nederlands

tuinstoel
Uitspraak
Woordafbreking
  • tuin·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinstoel tuinstoelen
verkleinwoord tuinstoeltje tuinstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

tuinstoel m

  1. een weersbestendige stoel, vaak van plastic, metaal of teakhout, die men in de tuin kan gebruiken.
    • Tijdens de zomervakantie zitten we vaak in comfortabele tuinstoelen te genieten in de tuin van het mooie weer. 

Gangbaarheid

  • Het woord tuinstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.