tuinpoort
Nederlands
Woordafbreking
- tuin·poort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tuin zn en poort zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuinpoort | tuinpoorten |
verkleinwoord | tuinpoortje | tuinpoortjes |
Zelfstandig naamwoord
tuinpoort m/v
- (bouwkunde) constructie in een tuinmuur of omheining waardoor men de tuin in en uit kan gaan
Gangbaarheid
- Het woord tuinpoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tuinpoort' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.