tuinpoort

1. constructie in een omheining waardoor men de tuin in kan gaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tuinpoort    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtœymport/
Woordafbreking
  • tuin·poort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinpoort tuinpoorten
verkleinwoord tuinpoortje tuinpoortjes

Zelfstandig naamwoord

tuinpoort m/v

  1. (bouwkunde) constructie in een tuinmuur of omheining waardoor men de tuin in en uit kan gaan

Gangbaarheid

  • Het woord tuinpoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.