tuinbroek
Nederlands
Woordafbreking
- tuin·broek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tuin en broek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuinbroek | tuinbroeken |
verkleinwoord | tuinbroekje | tuinbroekjes |
Zelfstandig naamwoord
tuinbroek v/m
- (kleding) een mouwloze overal met gespen
- Een tuinbroek werd in de jaren 1970 veel gedragen door geëmancipeerde vrouwen.
Vertalingen
1. een mouwloze overal met gespen
Gangbaarheid
- Het woord tuinbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tuinbroek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.