tuinbroek

Een tuinbroek.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuin·broek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinbroek tuinbroeken
verkleinwoord tuinbroekje tuinbroekjes

Zelfstandig naamwoord

tuinbroek v/m

  1. (kleding) een mouwloze overal met gespen
    • Een tuinbroek werd in de jaren 1970 veel gedragen door geëmancipeerde vrouwen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tuinbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.