treinstation

Treinstation van Leuven

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trein·sta·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord treinstation treinstations
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

treinstation o

  1. een plaats waar treinen stoppen en vertrekken en de reizigers kunnen in-, uit- en overstappen en/of goederen kunnen worden verladen
    • Dertig middelgrote treinstations worden komend jaar uitgerust met beveiligingscamera’s. Ook krijgen conducteurs en beveiligers camera’s op hun kleding, zo meldt het ministerie van Infrastructuur en Milieu.[1] 
    • Verschillende treinstations in Nederland krijgen vanaf eind dit jaar nieuwe banken, wachtruimten en windschermen. Reizigers kunnen dan onder meer zittend op een poef wachten, meldt ProRail vanochtend.[2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord treinstation staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Anouk Eigenraam 2 juli 2015 Beveiligingscamera’s op middelgrote treinstations
  2. NRC Jules Seegers 4 september 2012 ProRail geeft treinstations nieuw meubilair
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.