trampoline
Nederlands
Woordafbreking
- tram·po·li·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘verend net’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trampoline | trampolines |
verkleinwoord | trampolinetje trampolientje |
trampolinetjes trampolientjes |
Zelfstandig naamwoord
trampoline v
- een horizontaal raam met een verende mat, waarop allerlei sprongen uitgevoerd kunnen worden
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord trampoline staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trampoline' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.