trampoline

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tram·po·li·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘verend net’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord trampoline trampolines
verkleinwoord trampolinetje
trampolientje
trampolinetjes
trampolientjes

Zelfstandig naamwoord

trampoline v

  1. een horizontaal raam met een verende mat, waarop allerlei sprongen uitgevoerd kunnen worden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trampoline staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.