trambaan
Nederlands
Woordafbreking
- tram·baan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tram en baan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trambaan | trambanen |
verkleinwoord | trambaantje | trambaantjes |
Zelfstandig naamwoord
trambaan v/m
- (verkeer) een van tramrails voorziene strook grond
- De trambaan maakt daar een bocht naar links.
Gangbaarheid
- Het woord trambaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trambaan' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.