trambaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tram·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trambaan trambanen
verkleinwoord trambaantje trambaantjes

Zelfstandig naamwoord

trambaan v/m

  1. (verkeer) een van tramrails voorziene strook grond
    • De trambaan maakt daar een bocht naar links. 

Gangbaarheid

  • Het woord trambaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.