woedend
Nederlands
Woordafbreking
- woe·dend
Woordherkomst en -opbouw
- Onvoltooid deelwoord van woeden.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | woedend | woedender | woedendst |
verbogen | woedende | woedendere | woedendste |
partitief | woedends | woedenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
woedend
- bijzonder boos, heel erg kwaad
- Zijn woedende vader gaf hem een week huisarrest.
- Wanneer iemand woedend is wordt dat gezien als een graadje erger na kwaad zijn en twee graden erger dan boos zijn.
Schrijfwijzen
- In bijdrage op internetfora en in digitale persoonlijke berichten wordt soms opzettelijk de spelling "weodend" gebruikt als nabootsing van een uit opwinding gemaakte spelfout.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord woedend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'woedend' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.