toebehoren
Nederlands
Woordafbreking
- toe·be·ho·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toe bw en behoren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toebehoren |
behoorde toe |
toebehoord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
toebehoren
- absoluut het eigendom zijn van
- Die fiets behoort hem toe.
Vertalingen
1. het eigendom zijn van
Gangbaarheid
- Het woord toebehoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toebehoren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.