tijdverlies
Nederlands
Woordafbreking
- tijd·ver·lies
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd zn en verlies zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdverlies | tijdverliezen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
tijdverlies o
- getreuzel, onvoldoende voortgang maken
- duur dat een gewenste toestand uitblijft door onvoldoende voortgang
Antoniemen
- [2] tijdwinst
Afgeleide begrippen
- tijdverliezer
Gangbaarheid
- Het woord tijdverlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tijdverlies' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.