thuiswereld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • thuis·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord thuiswereld thuiswerelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

thuiswereld v/m

  1. de plek waar iets of iemand thuis is of zich thuis voelt
    • Vanmiddag rond vijf uur weten we of Philae veilig is aangekomen op het naar verwachting stoffige, poreuze komeetoppervlak. Bij goede afloop is Philae dan al druk bezig met het verkennen en onderzoeken van zijn kleine nieuwe thuiswereld. Een van de eerste taken die op het programma staan: het maken van een panoramafoto. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord thuiswereld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. NRC Eddy Echternach 12 november 2014
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.