terugblikken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·blik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugblikken
blikte terug
teruggeblikt
zwak -t volledig

Werkwoord

terugblikken [1]

  1. terugkijken

Zelfstandig naamwoord

terugblikken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord terugblik

Gangbaarheid

  • Het woord terugblikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.