terreinwagen
Nederlands
![](../I/m/Terreinwagen_-_All_terrain_car_(4192749411).jpg)
prototype van een terreinwagen
Woordafbreking
- ter·rein·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terrein en wagen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terreinwagen | terreinwagens |
verkleinwoord | terreinwagentje | terreinwagentjes |
Zelfstandig naamwoord
terreinwagen m
- auto die geschikt is om op ongebaand en zwaar terrein te rijden
- Top!, roep ik uit. Wat ik had moeten zeggen: idioot, wat doe je jezelf aan? De vriend heeft namelijk nog maar een paar maanden te leven. Dan is een kwetsbare terreinwagen het laatste waar je aan begint. Juist daarom vind ik het tegen beter weten in een onvergetelijk gezonde daad. Bovendien, hij heeft er baat bij. De luchtvering is een weldaad voor dat door die rotziekte gesloopte lijf. En wat kan er fout gaan? Die jongen is werktuigbouwkundig ingenieur, de beste monteur die het land nooit heeft gehad. [1]
Gangbaarheid
- Het woord terreinwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'terreinwagen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Bas van Putten 16 februari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.