tentstok
Nederlands
Woordafbreking
- tent·stok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tent en stok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentstok | tentstokken |
verkleinwoord | tentstokje | tentstokjes |
Zelfstandig naamwoord
tentstok m [1]
- een paal waarmee het tentdoek omhooggehouden wordt in een tent
- Spelletjes zijn op vakantie even onmisbaar als tentstokken en een glas wijn. Een fijn spel vormt de vanzelfsprekende afsluiting van een zomerdag. Maar welk spel gaat er mee? [2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tentstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tentstok' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.