tennisser

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ten·nis·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van tennissen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord tennisser tennissers
verkleinwoord tennissertje tennissertjes

Zelfstandig naamwoord

tennisser m

  1. (beroep) een man die tennis speelt, een tennisspeler
    • Björn Borg was een beroemde tennisser. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tennisser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.