tennissen
Nederlands
Woordafbreking
- ten·nis·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tennissen |
tenniste |
getennist |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
tennissen
- het spelen van tennis
- Hij tennist heel erg goed en daarom is hij professional geworden.
Gangbaarheid
- Het woord tennissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tennissen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.