tendinitis
Nederlands
Woordafbreking
- ten·di·ni·tis
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn (neologisme) tendinitis [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tendinitis | tendinitissen |
verkleinwoord | - | - |
Vertalingen
1. een peesontsteking
|
Gangbaarheid
- Het woord tendinitis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tendinitis' herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Verwijzingen
- tendinitis in: Diccionario de la lengua española op de website van de Real Academia Española
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.