temperen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tem·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘matigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
temperen
temperde
getemperd
zwak -d volledig

Werkwoord

temperen

  1. overgankelijk minder krachtig maken
    • Hij temperde het vuur door de klep van de schoorsteen wat dichter te doen. 
  1. overgankelijk (techniek) een gestolde massa in een matig heet vuur nagloeien
    • Door het pasgeblazen glas nog wat te temperen worden de inwendige spanningen verminderd. 
  1. overgankelijk overdrachtelijk: minder hevig maken
    • Beide partijen hebben hun uitspraken wat getemperd en er is duidelijk sprake van een politieke toenadering. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord temperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.