temmen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: temmen (hulp, bestand)

Woordafbreking

tem·men

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘tam maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
temmen	temde	getemd
zwak -d	volledig

Werkwoord

temmen

overgankelijk tam maken

- De leeuw werd getemd door de dompteur.

Synoniemen

africhten, dresseren

Afgeleide begrippen

tembaar, temmer, temming

Vertalingen

1. tam maken

Duits: zähmen ^(de)
Engels: tame ^(en)

Frans: apprivoiser ^(fr)
Spaans: domar ^(es), amansar ^(es), adiestrar ^(es), amaestrar ^(es), domeñar ^(es) , domesticar ^(es)

Gangbaarheid

Het woord temmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'temmen' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

"temmen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.