temmer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • temĀ·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van temmen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord temmer temmers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

temmer m

  1. (beroep) iemand die (meestal dieren) temt
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord temmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.