dresseren
Nederlands
Woordafbreking
- dres·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘africhten’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- afgeleid van het Franse dresser (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dresseren |
dresseerde |
gedresseerd |
zwak -d | volledig |
Synoniemen
- [1] temmen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- dresseerder, dresseerhamer, dresseerkar, dresseerlijn, dresseermachine, dresseermethode, dresseerplank, dresseertuig, dresseerzweep, dresseur, dresseuse
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord dresseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dresseren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.