telefoniste
Nederlands
Woordafbreking
- te·le·fo·nis·te
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van telefonist met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telefoniste | telefonistes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
telefoniste v
- (telecommunicatie), (verouderd), (beroep) vrouwelijke beambte die in een telefooncentrale de verbindingen tot stand brengt
- (beroep) vrouwelijke employé die in een bedrijf of bureau de telefoon bedient
Gangbaarheid
- Het woord telefoniste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'telefoniste' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.