tegenzet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·zet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenzet tegenzetten
verkleinwoord tegenzetje tegenzetjes

Zelfstandig naamwoord

tegenzet m [1]

  1. reactie op een handeling van de tegenstander
    • Het machtsspel tussen beide landen begon vorige week met het besluit van Maleisië om de visumplicht voor Noord-Koreanen weer in te voeren. Daarnaast werd de Noord-Koreaanse ambassadeur in Maleisië het land uitgezet nadat hij kritiek uitte op het onderzoek naar de dood van Kim Jong-nam. Het streng communistische land volgde zondag met een tegenzet door de Maleisische ambassadeur het land uit te zetten. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tegenzet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.