tegenzet
Nederlands
Woordafbreking
- te·gen·zet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tegen en zet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegenzet | tegenzetten |
verkleinwoord | tegenzetje | tegenzetjes |
Zelfstandig naamwoord
tegenzet m [1]
- reactie op een handeling van de tegenstander
- Het machtsspel tussen beide landen begon vorige week met het besluit van Maleisië om de visumplicht voor Noord-Koreanen weer in te voeren. Daarnaast werd de Noord-Koreaanse ambassadeur in Maleisië het land uitgezet nadat hij kritiek uitte op het onderzoek naar de dood van Kim Jong-nam. Het streng communistische land volgde zondag met een tegenzet door de Maleisische ambassadeur het land uit te zetten. [2]
Gangbaarheid
- Het woord tegenzet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tegenzet' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.