tamboerkorps

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tam·boer·korps
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tamboerkorps tamboerkorpsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tamboerkorps o

  1. (muziek) marcherend, (militair), geüniformeerd muziekkorps met grote trommels
    • Voorzitter Eric Duchi nodigt iedereen uit naar het verjaardagsconcert waaraan nog twee andere gezelschappen deelnemen. 'Het gaat over de collega's van de Koninklijke Schutterij Sint-Sebastiaan uit Sint-Huibrechts-Lille en over het Tamboerkorps Sint-Hubertus Haanrade uit Kerkrade, Nederland.[1] 
    • De muzikanten van Excelsior uit Losser en Concordia hebben zaterdag goed gepresteerd op een concours in de Enschedese Diekmanhal. Beide verenigingen wonnen in hun divisie de eerste prijs. Met 89,33 punt behaalde het tamboerkorps van Excelsior zelfs het hoogste aantal punten van de dag.[2] 
Hyperoniemen
  • muziekgezelschap
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tamboerkorps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. de Standaard 27 FEBRUARI 2009
  2. Tubantia 09-OKTOBER-2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.