studiejaar
Nederlands
Woordafbreking
- stu·die·jaar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van studie en jaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | studiejaar | studiejaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
studiejaar o [1]
- een jaar dat gebruikt is om te studeren
- Deze oplieiding kost drie studiejaren
- één van de jaren van een meerjarige sudie
- Hij zit in het tweede studiejaar
- alle leerlingen die gelijktijdig zijn begonnen met de studie
- Hij is van het studiejaar 1974
Gangbaarheid
- Het woord studiejaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'studiejaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.