strooppot
Nederlands
Woordafbreking
- stroop·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stroop zn en pot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strooppot | strooppotten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
strooppot m [1]
- pot waarin stroop bewaard kan worden
- Zo is Een mooie jonge vrouw volgens Fortuin ‘een voorbeeldige novelle, strak van tempo, met sterke scènes’ waarmee Wieringa laat zien ‘dat hij zijn pen niet in de strooppot hoeft te dopen om goed te schrijven.’[2]
- Op de website van Albert Heijn staat een recept voor Chinese tomatensoep waar schenkstroop in gaat. Maar verder zullen toch weinig thuiskoks de strooppot tevoorschijn halen als er tomatensoep op het menu staat.[3]
Uitdrukkingen en gezegden
- ergens naartoe gaan als vliegen op de strooppot
naar iets toegaan dat heel aantrekkelijk is maar waardoor dat iets bedorven wordt
- Voor de meeste mensen zijn waardering door collega's en klanten en ruimte voor persoonlijke ontwikkeling belangrijker dan geld. Er zijn natuurlijk uitzonderingen op deze regel. Maar laten dat nu precies de types zijn die je niet in de buurt van je spaargeld en het betalingssysteem wilt hebben rondlopen. Voor 2008 kwamen, niet in de laatste plaats door de bonussen, dergelijke 'hebberds'juist op de bank af als vliegen op de strooppot. [4]
Gangbaarheid
- Het woord strooppot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'strooppot' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Roderick Nieuwenhuis 7 maart 2014
- NRC Wim Köhler 12 september 2015
- Volkskrant Rens van Tilburg 23 oktober 2013,
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.