stroomlijn
Nederlands
Woordafbreking
- stroom·lijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stroom en lijn
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stroomlijnen |
stroomlijn
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroomlijnen
- Ik stroomlijn.
- gebiedende wijs van stroomlijnen
- Stroomlijn!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroomlijnen
- Stroomlijn je?
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroomlijn | stroomlijnen |
verkleinwoord | stroomlijntje | stroomlijntjes |
Zelfstandig naamwoord
stroomlijn v / m
- denkbeeldige kromme lijn die de richting van de stroming in een vloeistof of gas aangeeft
- vorm van een auto, vliegtuig e.d. die een zo gering mogelijke luchtweerstand waarborgt.
Gangbaarheid
- Het woord stroomlijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stroomlijn' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.