stroom uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stroom uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstrom ˈœyt/
Woordafbreking
  • stroom uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitstromen

stroom (…) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen
    • Ik stroom uit. 
  2. gebiedende wijs van uitstromen
    • Stroom uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen
    • Stroom je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord stroom uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.