straatgevecht
Nederlands
![](../I/m/Police_fighting_against_anti-Sarkozy_with_tear_gas_(487645695).jpg)
Franse oproerpolitie bij straatgevechten in Parijs op 6 mei 2007.
Woordafbreking
- straat·ge·vecht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van straat en gevecht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | straatgevecht | straatgevechten |
verkleinwoord | straatgevechtje | straatgevechtjes |
Zelfstandig naamwoord
straatgevecht o [1]
- gevechten op de openbare weg meestal tussen oproerkraaiers en het bevoegd gezag maar soms ook tussen verschillende groepen oproerkraaiers
- Tijdens de straatgevechten bij de kroning van koningin Beatrix in Amsterdam zijn gelukkig geen doden gevallen.
Gangbaarheid
- Het woord straatgevecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'straatgevecht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.