stouterik

Nederlands

Uitspraak

Geluid: stouterik (hulp, bestand)
IPA: / ˈstɑutərɪk /

Woordafbreking

stou·te·rik

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van stout met het achtervoegsel -erik [1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stouterik	stouteriken
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

stouterik m

kind dat ondeugend is (kan zowel ernstig als vertederend worden gebruikt)
(verouderd) iemand die gevaar niet uit de weg gaat

Synoniemen

[1] deugniet
[2] durfal

Gangbaarheid

Het woord stouterik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stouterik' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.