stopcontact

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stop·con·tact
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stopcontact stopcontacten
verkleinwoord stopcontactje stopcontactjes

Zelfstandig naamwoord

stopcontact o [1]

  1. (elektrotechniek) inrichting waardoor men d.m.v. het insteken van een stekker elektrisch verbinding met het lichtnet maakt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stopcontact staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.