stoofvlees

Nederlands

stoofvlees met frieten
Uitspraak
Woordafbreking
  • stoof·vlees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoofvlees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stoofvlees o

  1. (rund)vlees dat door (zeer) langdurig stoven (zeer) mals is geworden
    • Voor mijn tafelgenoten en mij ging het deze week in La Pizza Noord onder meer van start met de eerste dagmenu’s: gefrituurde polenta met stoofvlees, finnochio ofwel geroosterde venkel met pruimen in rode wijn, en branzino: carpaccio van rauwe zeebaars met artisjok, en een pizza met eveneens rauwe tonijn. Huisgemaakte desserts op de openingsdag waren een citroentaart en een taart van rabarber. Kun je toch ook moeilijk laten staan. Ik bedoel maar, kom er allemaal maar eens om in de doorsnee-pizzatent. [2] 
  1. Belgisch gerecht bestaande uit stukken stoofvlees die klaargemaakt zijn in donkerbier
    • Net zoals alle eten in België is stoofvlees klaargemaakt in bier. 
Synoniemen
  • draadjesvlees, stooflap, sudderlap, draadjesvlees

Gangbaarheid

  • Het woord stoofvlees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. stoofvlees op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Wim de Jong 17 juni 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.