stoeterij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoe·te·rij
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘paardenfokkerij’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
  • afgeleid van het Duitse Stute (merrie) met het achtervoegsel -erij [2] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stoeterij stoeterijen
verkleinwoord stoeterijtje stoeterijtjes

Zelfstandig naamwoord

stoeterij v

  1. (veeteelt) het bedrijfsmatig telen van paarden
  2. (bedrijf) (veeteelt) de bedrijfslocatie waar paarden worden geteeld
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stoeterij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.