stielman
Nederlands
Woordafbreking
- stiel·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stiel en man zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stielman | stiellui stielmannen stiellieden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
stielman m [1]
- een vakman, iemand met een stiel
- De verliefdheid waaide niet zo snel over, dus Sofie ging op zoek naar een stielman die haar geliefkoosde materiaal kon plaatsen. ‘Dat bleek een moeilijke opdracht – veel vaklui werken enkel met de merken die ze zelf verdelen – maar ik heb uiteindelijk toch iemand gevonden.’ En zo kreeg Sofies appartement een krachtig en definiërend handelsmerk mee.[2]
Gangbaarheid
- Het woord stielman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stielman' herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.