stielman

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stiel·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stielman stiellui
stielmannen
stiellieden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stielman m [1]

  1. een vakman, iemand met een stiel
    • De verliefdheid waaide niet zo snel over, dus Sofie ging op zoek naar een stielman die haar geliefkoosde materiaal kon plaatsen. ‘Dat bleek een moeilijke opdracht – veel vaklui werken enkel met de merken die ze zelf verdelen – maar ik heb uiteindelijk toch iemand gevonden.’ En zo kreeg Sofies appartement een krachtig en definiërend handelsmerk mee.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stielman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
22 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.