stamhoofd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stam·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stamhoofd stamhoofden
verkleinwoord stamhoofdje stamhoofdjes

Zelfstandig naamwoord

stamhoofd o

  1. de baas/leider van een stam.
    • Het stamhoofd besloot om de kudde achterna te trekken. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stamhoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.